Een hart voor de brandweer

17
okt
2025

Als kind groeide Mieke Blieck op tussen de Groendreef en de Verliefdendreef. Op haar twaalfde sloot ze zich aan bij de jeugdbrandweer. Vandaag, 38 jaar later, is Mieke adjudant bij Brandweer Nieuwpoort en een vaste lesgever aan de West-Vlaamse brandweerschool (WOBRA). Ze heeft meer dan 2.000  interventies op haar naam staan, stuurt ploegleden aan en geeft opleidingen aan brandweermensen én bedrijven. En dat allemaal met evenveel vuur als op dag één.

We spreken haar over de kracht van het vrijwilligerskorps, het belang van een goed gelegen kazerne én wat het écht betekent om “pompier” te zijn.

Mieke, hoe werkt een vrijwilligerskorps precies? Zijn jullie altijd in de kazerne?

Nee, de meeste leden van het korps hebben een gewone job. Zodra een oproep komt, laten we alles vallen en haasten we ons naar de kazerne. Onze kazerne is immers niet constant bemand. Onze interventies worden vooral uitgevoerd door vrijwilligers die van thuis of van het werk vertrekken.

En hoe blijven jullie getraind voor zo’n interventies?

Elke ploeg oefent één keer per maand op vrijdagavond. Dit zijn theoretische en praktijklessen. Dat kan in de kazerne zijn of ergens op locatie. En daarna? Dan praten we nog even na in de kantine. Kameraadschap is heel belangrijk bij de brandweer.

Hoe snel moeten jullie eigenlijk ter plaatse zijn na een noodoproep?

Volgens de Belgische norm moet een brandweerwagen binnen de 5 minuten na de oproep vertrekken en binnen de 15 minuten ter plaatse zijn bij dringende interventies. Maar dat lukt niet altijd, zeker niet in landelijke zones of bij druk verkeer, zoals richting Nieuwpoort-Bad. Met de huidige, minder gunstig gelegen kazerne wordt die norm zelfs regelmatig overschreden.

Wat gebeurt er precies vanaf het moment dat iemand 112 belt?

De oproep komt binnen bij de noodcentrale en wordt binnen een tweetal minuten verwerkt. Dan krijgen wij een melding via onze pager of app. We laten letterlijk alles vallen en spoeden ons naar de kazerne. Binnen de vier tot acht minuten zijn de eerste vrijwilligers aangekomen. Wanneer er genoeg mensen zijn om uit te rukken (een chauffeur, een bevelvoerder en voldoende manschappen), vertrekt de brandweerwagen. Meestal is dat binnen zeven à tien minuten na het eerste telefoontje. Daarna begint de rit naar het incident. Soms gaat er één voertuig de baan op, soms meerdere, afhankelijk van de situatie.

Hoe verloopt een oproep voor vrijwilligers die thuis of op het werk zijn? Waarop moeten jullie letten?

Dat hangt af van waar je op dat moment bent. Sommigen springen op de fiets, anderen nemen de auto of lopen letterlijk naar de kazerne. Maar veiligheid komt altijd op de eerste plaats: we zijn pas een prioritair voertuig van zodra we in de brandweerwagen zitten. Overtredingen worden ook gewoon beboet, net als bij iedereen.

De meeste vrijwilligers zijn gemiddeld binnen vijf à acht minuten in de kazerne. Dat is ook verplicht.

Waarom is de nieuwe locatie van de kazerne zo belangrijk voor interventies?

Elke seconde telt. Een kazerne op een strategische plek verkort de tijd tussen oproep en vertrek én de rijtijd naar het incident. Vrijwilligers moeten zich immers aan het verkeer houden tot ze in het voertuig stappen. Als één lid vastzit in de file, vertraagt de hele ploeg. De nieuwe locatie ligt centraler, waardoor alles sneller en efficiënter verloopt.

Wat schort er aan de huidige kazerne? Hoe ‘leefbaar’ is het voor de brandweer om van daaruit te opereren?

Ze is oud, slecht gelegen en moeilijk bereikbaar. Vrijwilligers verliezen tijd in zone 30, aan verkeerslichten of in de file. Nieuwpoort is bovendien gegroeid en veranderd: waar vroeger amper bebouwing was, wonen nu honderden mensen. De huidige locatie is gewoon niet meer logisch. De nieuwe kazerne komt net tussen Nieuwpoort-Stad en Nieuwpoort-Bad, dicht bij waar veel vrijwilligers wonen, ideaal om snel ter plaatse te zijn, zelfs met de fiets.

Hoe helpt de nieuwe locatie om het hele grondgebied van Nieuwpoort optimaal te dekken?

Vanuit die centrale plek kunnen we élke wijk, Stad, Bad, jachthaven, Ramskapelle, St-Joris, binnen 15 minuten bereiken. Dat lukt nu niet. Nieuwpoort-Bad is zelfs deels buiten de normtijd. Bovendien woont 80 % van onze vrijwilligers dicht bij de nieuwe locatie. Zij kunnen er binnen 3 minuten zijn met de fiets. Dat betekent: snellere uitrukken en betere bescherming voor iedereen.

Wat zou je tegen buurtbewoners willen zeggen die bang zijn voor lawaai of drukte door de nieuwe kazerne?

Kom gerust praten. We begrijpen de zorgen, maar we beperken de overlast zoveel mogelijk. Buiten oproepen is het rustig. De meeste vrijwilligers komen met de fiets. We respecteren schoolroutes, de nachtrust en spelende kinderen. En weet: onze nabijheid betekent extra veiligheid in de buurt. We zijn geen bedrijf of fabriek, maar gewoon mensen met gezinnen, net zoals jullie.

Welke regio is momenteel rode zone en bereiken jullie met andere woorden nooit tijdig?

Nieuwpoort-Bad, delen van de haven en richting Ramskapelle. Daar raken we vaak niet binnen de 15 minuten. Daarom wordt bij dringende oproepen in Nieuwpoort-Bad vaak de brandweer van Oostduinkerke ingeschakeld omdat zij sneller ter plaatse zijn. Dat maakt ook dat hún regio tijdelijk minder goed beschermd is.

De brandweer moet binnen de 15 minuten ter plaatse zijn, maar dat betekent dat een woning bijvoorbeeld al lang in brand staat of iemand al even zwaargewond in zijn wagen zit. Welk verschil kan die extra tijdswinst maken?

Een gigantisch verschil. Een brand verdubbelt elke 30 seconden in intensiteit. Binnen vijf minuten kan een woonkamer volledig in brand staan. Als wij twee minuten sneller zijn, kunnen we nog binnen blussen in plaats van enkel van buitenaf. Dat vergroot ook de kans om mensen levend te redden. Bij verkeersongevallen betekent snellere hulp sneller bevrijden, reanimeren of het brandgevaar beperken. Elke minuut telt letterlijk.

Hoeveel interventies doet de post Nieuwpoort gemiddeld per jaar?

Tussen de 500 en 600 per jaar. Dat zijn branden, verkeersongevallen, stormschade, brandalarmen, dierenreddingen en technische klussen. In de zomer loopt het op tot 10 à 15 oproepen per week. Buiten het seizoen is het rustiger.

Worden sirenes altijd gebruikt bij een oproep?

Alleen wanneer het nodig is, bijvoorbeeld bij druk verkeer of aan een kruispunt. ’s Nachts gebruiken we ze zo min mogelijk, een blauw zwaailicht is dan vaak voldoende. Er bestaan ook ‘stille sirenes’, zoals ambulances gebruiken. Die zijn minder storend, maar werken even goed.

Hoe snel rijden brandweerwagens gemiddeld tijdens een interventie?

Binnen de bebouwde kom rijden we zo’n 50 à 60 km/u, afhankelijk van de situatie. Buiten de bebouwde kom iets sneller, maar veiligheid komt altijd op de eerste plaats. We willen zonder incidenten aankomen.

Chauffeurs zijn opgeleid voor prioritair vervoer. Ze houden rekening met zichtbaarheid, voorrang en verkeersdrukte. Elke rit gebeurt met een co-piloot die mee de veiligheid bewaakt. We rijden met verantwoordelijkheid, altijd.

Hoe combineren vrijwilligers hun werk en gezinsleven met hun engagement bij de brandweer?

Het vraagt veel inzet. Je moet afspraken maken met je gezin en je werkgever. Oproepen zijn maar één deel. Er zijn ook maandelijkse oefeningen, vergaderingen, opleidingen… Elk lid volgt jaarlijks 48 uur training. Wie een specialisatie heeft, zoals een duiker, chauffeur of ambulancier, volgt extra uren. Het vraagt flexibiliteit, maar we doen het met volle overtuiging.

Wat motiveert jou om vrijwilliger te zijn bij de brandweer?

Het is een microbe, zeg ik altijd. De ene wordt non, de ander “pompier”. Je wil mensen helpen, het verschil maken op moeilijke momenten. En dan is er nog de kameraadschap. We gaan samen naar binnen, we komen samen terug. We vertrouwen elkaar blindelings. Dat kan alleen door samen te trainen, samen te werken en samen te groeien als ploeg.

Wat is voor jou het mooiste of meest memorabele moment geweest als vrijwilliger bij de brandweer?

Er zijn er veel in 32 jaar, maar eentje blijft me bij: we evacueerden ooit meerdere mensen uit een brandend appartement op de dijk. Tien jaar later kwam ik een cursist tegen op de brandweerschool. Zijn kinderen waren toen gered door mij, bleek achteraf. Dat had zo’n indruk op hem gemaakt dat hij zelf bij de brandweer is gegaan. Zulke momenten vergeet je nooit.